Waarom contant geld moet blijven

IO-student Igo Boerrigter deed onderzoek naar de toekomst van contant geld nu betalingen steeds vaker elektronisch verlopen.

Bij steeds meer winkels hangt een bordje ‘Hier alleen pinnen’. Vorig jaar werd er voor het eerst meer met een kaart betaald dan met contant geld (55 en 45 procent respectievelijk). Die trend is al jaren aan de gang, en Nederland is er in Europees verband koploper in.

Echt geld

Jonge mensen beschouwen hun bankrekening als het echte geld, en contant geld als extra’s. Bij ouderen is dat net omgekeerd: die zien contant geld als basis van hun portemonnee, hun weekgeld, en de getallen op hun bankrekening als reserve. Dat merkte student industrieel ontwerpen Boerrigter bij interviews die hij deed met mensen die net een betaling verricht hadden. De IO-afstudeerder deed in opdracht van De Nederlandse Bank onderzoek naar de toekomst van cash.

Demografisch gezien neemt de visie van de jongeren het over, en wordt de rol van contant geld kleiner. Boerrigter: “Het is niet de vraag óf we afscheid nemen van contant geld, maar hoe we dat afscheid in goede banen leiden.”

De trend van afnemende contanten is gevaarlijk, vindt De Nederlandse Bank (DNB). Want de kosten om het geld te laten circuleren nemen niet af. Daarom werken Nederlandse banken nu samen aan één soort pinautomaat (Geldmaat), en vroeg vorig jaar gelddistributeur SecurCash faillissement aan. Hoe ironisch wil je het hebben?

Cash crash

Wat DNB wil voorkomen is dat het contant-geldsysteem in elkaar stort omdat de kosten te hoog worden. Afgezien van de chaos die dat teweeg zou kunnen brengen, bijvoorbeeld als er niet meer gepind kan worden, zijn er zwakkere groepen in de samenleving die aangewezen blijven aan contant geld. Denk aan ouderen, laagopgeleiden en verstandelijk gehandicapten.

De vraag aan IO-afstudeerder Igo Boerrigter was dus: hoe houden we een contant geldsysteem in stand tegen lagere kosten? Daarvoor doet hij in zijn afstudeerverslag The future of cash een aantal concrete aanbevelingen.

Korte rondjes

Eén van zijn bevindingen was de korte circulatie van de briefjes van 50 euro. Die gaan van de pinautomaat via een klant naar een winkelier en weer terug naar de bank. Maar dat vereist wel een heel circulatiesysteem. Boerrigter komt met een alternatief: laat klanten bij winkels pinnen. Op een app kun je zien waar je hoeveel kunt pinnen. Omdat de briefjes dan langer in roulatie blijven moet je ze waarschijnlijk wat degelijker maken, beveelt de IO-er aan.

Bron: TU Delft

Elisabeth Beuningh

Denkt graag mee op het gebied van geldverwerking.