Nederlanders hebben vertrouwen in contant geld

Verreweg de meeste Nederlanders dragen nog altijd bankbiljetten en munten bij zich, en het vertrouwen in de echtheid van eurobiljetten blijft groeien.

Verreweg de meeste Nederlanders dragen nog altijd bankbiljetten en munten bij zich, en het vertrouwen in de echtheid van eurobiljetten blijft groeien, zo blijkt uit nieuw onderzoek van. De Nederlandsche Bank (DNB). De eurobiljetten worden over het algemeen schoon bevonden, maar de kwaliteit van het veelgebruikte EUR 5-biljet laat volgens ruim een kwart van de ondervraagden te wensen over.

Het gebruik van contant geld

Hoewel in Nederland sprake is van een terugloop in het gebruik van contant geld, hebben veruit de meeste Nederlanders vandaag de dag nog bankbiljetten (83%) en munten (90%) op zak (figuur 1). DNB peilt dit, en andere zaken rond de beleving van contant geld, elke twee jaar onder het Nederlandse publiek. Het laatste onderzoek onder ruim 1000 Nederlanders werd in 2019 uitgevoerd.

contant geld; Cikam;

 

Biljetten van EUR 200 en EUR 500 weinig gebruikt

Het contante geld bewaart het publiek vooral in een portemonnee, een telefoonhoesje of los in de zak. Jonge mensen geven vaker aan geen bankbiljetten bij zich te hebben (26%). Verder krijgen vrijwel alle ondervraagden wel eens een van de lagere denominaties (EUR 5, 10, 20 en 50) in handen. Van de drie hoogste denominaties heeft 45% van de ondervraagden het biljet van EUR 100 het afgelopen jaar vastgehouden, met daarop volgend de EUR 200 (20%) en EUR 500 (12%). Dit lage gebruik van de hoge denominaties komt waarschijnlijk omdat deze biljetten niet uit een geldautomaat komen en minder dan lage denominaties door winkeliers worden geaccepteerd. Ruim één op de drie ondervraagden heeft dan ook geen idee hoe een biljet van EUR 200 of EUR 500 eruit ziet. Verder verwachten vier van de vijf ondervraagden de komende vijf jaar te blijven betalen met contant geld. Wel voorziet bijna de helft van de ondervraagden in de toekomst minder contant af te rekenen dan nu. 21% van de ondervraagden, vooral de groep jongeren, denkt over vijf jaar volledige overgestapt te zijn op elektronisch betalen.

Vertrouwen in echtheid bankbiljetten blijft toenemen

De ondervraagde groep heeft een groot vertrouwen in de echtheid van de biljetten (figuur 2). Sinds 2005 neemt dit vertrouwen gestaag toe. Bij de laatste meting geeft 89% een rapportcijfer van 7 of hoger en 63% geeft zelfs een 8 of hoger. Vertrouwen in de echtheid van bankbiljetten die uit een geldautomaat komen is het hoogst (90% geeft een 8 of hoger). Bij biljetten die als wisselgeld van een winkelier worden ontvangen is dat vertrouwen iets minder, maar nog steeds geeft meer dan de helft van de ondervraagden een 8 als rapportcijfer. Dit vertrouwen heeft mede te maken met het kleine kans op het ontvangen van een vals biljet. Mede vanwege het hoge vertrouwen heeft maar liefst 70% van de ondervraagden anders dan winkeliers in de afgelopen vijf jaar niet één keer een bankbiljet op echtheid gecontroleerd. Als men controleert, is dat veelal uit nieuwsgierigheid (19%) of dat het papier vreemd aanvoelt (16%). Slechts weinigen (9%) maken er een gewoonte van een biljet op echtheid te controleren. De drie meest bekende echtheidskenmerken zijn het watermerk (73%), het hologram (41%) en het knisperende papier (24%).

Vertrouwen in contant geld; Cikam; geld

Bron: DNBulletin

Elisabeth Beuningh

Denkt graag mee op het gebied van geldverwerking.